Afgelopen week namen we je al even kort mee in de wetswijzigingen per 1 juli 2023, zo ook de nieuwe pensioenwet en haar doelen. In deze blog vertellen we je er meer over.
Waarom een nieuwe pensioenwet?
Op 1 juli 2023 is de nieuwe pensioenwet, de Wet toekomst pensioenen (WtP), ingegaan.
Doordat mensen steeds ouder worden, er minder mensen werken dan er met pensioen zijn en mensen veelal niet meer hun hele leven bij één werkgever werken past dit nieuwe pensioenstelsel beter bij deze tijd.
De overgang naar het nieuw pensioenstelsel is gestart op 1 juli 2023 en kent een overgangsfase van enkele jaren (tot uiterlijk 2028). In de overgangsfase krijgen werkgevers en medewerkers de tijd om met elkaar afspraken te maken over het aanpassen van hun pensioenregeling. Daarna kunnen de pensioenuitvoerders deze afspraken gaan uitvoeren.
Uitgangspunt:
Het uitgangspunt van de nieuwe wet blijft dat we samen ons pensioen opbouwen. Werkgevers en medewerkers betalen premie. Pensioenuitvoerders beheren en beleggen dat geld. En zij betalen jou je pensioen, zodra je de pensioenleeftijd hebt bereikt.
Doelen:
De ‘Wet toekomst pensioenen’ kent 3 doelen:
- Een aanvullend pensioen wat sneller stijgt;
- Een persoonlijker en duidelijkere pensioenopbouw;
- Een pensioenstelsel wat beter aansluit bij het feit dat mensen niet meer 40 jaar bij 1 werkgever werken.
De belangrijkste veranderingen:
1. Meer inzicht in persoonlijke opbouw
In het nieuwe stelsel gaat het pensioen straks eerder omhoog als het financieel goed gaat, maar ook eerder omlaag bij economische tegenwind. Deelnemers krijgen beter inzicht in hoe hun persoonlijke pensioenspaarpot zich ontwikkelt.
2. Minder snelle stijging AOW leeftijd
Na 2024 wordt AOW-leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. Voor ieder jaar dat de levensverwachting één jaar stijgt, wordt de pensioenleeftijd met acht maanden verhoogd.
3. Alles is een beschikbare premieregeling
Alle pensioenregelingen die pensioenfondsen mogen aanbieden, worden beschikbare premieregelingen. Dat is een regeling waarbij er afspraken zijn gemaakt over het geld (premie) dat de werkgever en medewerker betalen voor het pensioen. Regelingen waarbij een pensioenuitkering wordt toegezegd, verdwijnen. Er komen 2 soorten regelingen:
- Solidaire premieregeling
- Flexibele premieregeling
4. De premie is voor alle leeftijden gelijk
Nu is het vaak zo dat de premie omhooggaat als een medewerker richting de pensioenleeftijd gaat. In het nieuwe systeem zijn de premiestaffels waarmee de premie wordt berekend vlak en leeftijdsonafhankelijk. Kies je als werkgever voor het overgangsrecht, dan geldt de vlakke staffel alleen voor nieuw personeel.
5. Het nabestaandenpensioen wordt eenvoudiger
Het partner- en wezenpensioen wordt een vast percentage van het salaris. Medewerker mag dit altijd nog wijzigen, maar zo is het in de basis goed geregeld. Alle nabestaandenpensioenen zijn straks op risicobasis. Dus een medewerker bouwt geen potje op, maar is verzekerd zolang hij in dienst is.
6. Als je met pensioen gaat kan je een bedrag ineens kiezen
Je kunt straks maximaal 10% van de waarde van je ouderdomspensioen in één keer opnemen. Dit is waarschijnlijk al mogelijk vanaf 1 januari 2024, deze datum staat nog niet definitief vast.